|
Jean Perquin (ca. 1590 - 1663) en zijn familie
(Tekst ingezonden door Drs. F. Buijs †, Breda)
- Door middel van uitgebreid stamboomonderzoek is reeds sedert ca. 1930 een vrijwel compleet register samengesteld van alle naamgenoten met de naam Perquin in Nederland.
Deze gegevens zijn door Herman, Thom en Reinier Perquin bijeengebracht in een familieboek dat ruim 200 bladzijden telt en in maart 1994 een eerste editie beleefde.
Aan de hand van goed gedocumenteerde bronnen kan worden vastgesteld, dat alle daarin genoemde leden afstammen van het echtpaar Jean Perquin en Catharina Puppay, die zich in 1627 te Breda vestigden.
Evenwel is er van beiden geen zekerheid omtrent de plaats en de datum van geboorte en huwelijk.
Ook na zorgvuldig onderzoek in de registers van kerken en schepenen te Breda is daaromtrent geen exact spoor gevonden.
- De oudst bekende acte heeft betrekking op de koop door Jean Perquin van enige woningen aan het Nonnenveld te Breda in 1627.
Jean wordt daarin vermeld als "mineur" in dienst van "Zijne Koninklijke Majesteit".
Nederland was een republiek dus kan dat geen Nederlandse vorst geweest zijn.
De Spaanse troepen hebben Breda in 1625 ingenomen, pas in 1637 werd de stad door Frederik Hendrik bevrijd.
Die Majesteit moet dus de Spaanse Koning Philips IV geweest zijn, die van 1621 tot 1665 regeerde.
- Jean Perquin was mineur, een militair vakman, specialist in explosieve stoffen.
Uit het feit dat hij zijn woningen kocht kan worden afgeleid dat hij niet onbemiddeld was.
Het Nonnenveld was in de 17e eeuw een goede straat, bestaande uit twee helften.
De zuid-westelijke helft werd bewoond door nette burgers van enige betekenis, de noord-oostelijke helft bestond uit woningen, die door militairen, meest ruiters, werden bewoond. Midden in de rij was een poort, die toegang gaf tot een tweede rij kleinere huizen.
De straat is in de 18e eeuw erg achteruit gegaan en de burgers trokken weg, waardoor de woningtoestand en de sfeer verslechterden.
Samen met een compagnon legde Jean Perquin in 1634 een dam aan in de gracht van de vesting Breda, mogelijk is toen zijn militaire contract geëindigd.
Toevallig kwam dit aan het licht tijdens een onderzoek in de administratie van het Spaanse leger in het Rijksarchief te Brussel (rekenkamer).
Volgens een rekening kreeg hij er negen honderd negen en vijftig florijn gulden voor betaald.
- In de RK doopregisters te Breda staan de volgende kinderen vermeld:
Paschasius in 1631 en Jacobus in 1634.
Uit de periode tussen 1634 en 1652, het jaar waarin hun moeder in Breda stierf, zijn geen dopen bekend, mogelijk was Catharina daarvoor al te oud.
Schat men haar in 1634 op ongeveer 40 jaar, dan kan zij tussen 1590 en 1595 geboren zijn.
Het is dus verantwoord het geboortejaar van Jean, haar man, op circa 1590 te schatten.
In 1639 trouwde dochter Catharina Perquin met David Denijs, koster van de Franse Kerk te Breda.
Zij was toen wellicht 20 à 25 jaar oud en kan mogelijk tussen 1615 en 1620 geboren zijn, nog vóór het gezin zich in Breda vestigde.
Ook de zonen Pieter, getrouwd in Breda op 21 mei 1649 en Peron getrouwd in Goirle op 7 september 1649, moeten elders gedoopt zijn, hun doop is niet in Breda gevonden.
In 1627 telde het gezin dus tenminste 3 kinderen.
Omdat de vader van Jean (Jansz.) waarschijnlijk Jan of Jean heette en die van Catherina (Philipsdr.) waarschijnlijk Philip, zouden die twee namen ook in aanmerking gekomen zijn voor kinderen van het echtpaar.
Maar van kinderen van die naam is noch in de doop-, noch in de trouw-, noch in de overlijdensregisters van Breda iets aangetroffen.
Zouden er ooit meer kinderen geweest zijn, dan zouden ze reeds vóór 1627, respectievelijk vóór 1625, zijn overleden.
- Jean Perquin is driemaal getrouwd :
- ca. 1615 (waar ?) met Catharina Philipsdr. Puppay (overleden Breda 1652)
- op 22 april 1653 in Breda met Johanna Jansdr. Dirven (overleden Breda 1662)
- op 24 september 1662 in Breda met Mayke Adriaense
Uit deze drie huwelijken zijn, tenminste 5 kinderen in Breda gedoopt, waarvan enkelen in de schepenbrieven regelmatig voorkomen.
Ze waren opvallend ondernemend: Passchier Perquin was eigenaar van de koopbrouwerij "De Witte Leeuw", Peter (Peron) verhuisde naar Goirle, Pieter naar Alphen NB en Jacobus naar Amsterdam.
- Ook van enkele van de kleinkinderen, totaal tenminste 23, is het een en ander bekend.
Bernardus werd goud- en zilversmid in Breda en Hermanus Judocus werd pastoor-deken in Ulvenhout.
Het valt op, dat rond het jaar 1800 de naam Perquin niet meer in Breda wordt vermeld.
- Rond 1930, of mogelijk reeds daarvoor, is de gedachte ontstaan, dat de familie Perquin af zou stammen van het geslacht Porquin, een geldschietersfamilie in de 15e eeuw, van oorsprong met de naam Porchini, afkomstig uit Italië.
Voor hun zakelijke activiteiten waren zij tot 1572 werkzaam te Valenciennes, Kortrijk, Brugge, Antwerpen en Zierikzee. Het ging hun voor de wind.
De meest bekende afstammeling was een zekere Lowijs Porquin, die leefde van 1511 tot 1573. Hij vestigde zich tenslotte in Bergen op Zoom en stelde daar als "uiterste wille" een boekwerk samen waarin hij wijze raad gaf aan zijn nazaten met betrekking tot een christelijk leven.
Zijn boek, verschenen omstreeks 1563, heeft bekendheid gekregen; het werd zelfs op sommige scholen als "leer-leesboek" gebruikt.
Mevrouw Mirjam Greilsammer schreef hierover een sciptie, in 1989 uitgegeven door de Belgische uitgever Lannoo.
Inzake de vele kinderen van Lowijs Porquin, staat daarin heel wat vermeld, zodat er over de genealogie Porquin nogal wat bekend is.
In de 16e eeuw zijn de gebroeders Porquin door Karel V in de adelstand verheven.
Cesar, een zoon van Lowys, trouwt met Agatha uit het adellijk geslacht Van Haemstede en bezat het slot Moermond op Schouwen-Duiveland.
- Voor de veronderstelling, dat de naam Perquin zou zijn afgeleid van Porquin is geen enkel schriftelijk bewijs.
Toen niet, en nu na lang zoeken nog niet, toch is de hypothese een hardnekkig leven gaan leiden.
Men forceerde de geboortedatum van Jean Perquin naar 1603, ook wel 1605, zodat hij zou passen in het gezin van een zoon van Cesar Porquin, de enige Porquin die nazaten van die naam had.
Maar nergens is er een verwijzing te vinden, waaruit onomstotelijk is af te leiden, dat iemand zijn geboortenaam Porquin in Perquin zag veranderen.
Niettemin is, in het huidige boek van de familiestamboom, in diverse websites op internet en zelfs in publicaties in 1951 van het Bijblad van de Nederlandse Leeuw, de vermeende afstamming als de juiste aangegeven.
Erkend moet worden dat, althans bij één van de samenstellers van de stamboom, die theorie niet meer wordt aangehangen.
Blijft natuurlijk de vraag: waar kwam Jean Perquin dan vandaan ?
- Diverse aanwijzingen zijn te vinden dat Jan Perquin uit Frankrijk afkomstig kan zijn; zijn voornaam Jean, de achternaam van zijn eerste vrouw Puppey (Pipay of Pepe), de naam van zoon Peron, die ondanks het bestaan van zijn broer Pieter later in de acten vaak ook Pieter of Peeter wordt genoemd en het dienstverband van Jean Perquin; zijn legeronderdeel kwam uit het "zuiden".
Later, rond 1650, werd Jean's zoon Peron te Goirle in de wandeling "de Wael" genoemd.
Sommigen menen voor de foutieve afstamming een bewijs te vinden, in het meesterteken van zilversmid Bernardus Perquin (Breda 1666 - 1734), kleinzoon van Jean Perquin, die namelijk een varkentje koos als meesterteken.
Dit varkentje zou verwijzen naar het beestje, dat men kan vinden op de adelsacte van Karel V, 150 jaar eerder, daarin verwijst het diertje naar het Italiaanse woord porchini.
Echter, dit element van bewijs is ook dubieus, want als men het meesterteken met een vergrootglas bekijkt ontwaart men iets, dat net zo goed een beertje kan voorstellen.
- Al in de 17e eeuw zijn in Noord-Oost-Frankrijk de namen Perquin, Pirquin, Pierquin en Parquin te vinden. Het onderzoek, naar de afkomst van de familie Perquin, richt zich daarom momenteel meer op die omgeving.
Wilt u reageren? Neem contact op met Genealogie-Perquin
|
|