terug naar start pagina - back to homepage

Genealogie van het geslacht Perquin



Artikel uit het tijdschrift Vorsten, maart 1986

Interview: Petra Vossestein en Hans Wierenga
Foto's: familie Perquin, Erich Salomons

Hofmeester Perquin wist precies wat Koningin Wilhelmina wilde.

In midden eerste hofmeester Perquin
Eerste hofmeester Perquin (midden) moest bij grote diners leiding geven in een 'apepakkie',dat hij verfoeide. Maar hij was op zijn terrein een autoriteit geworden.

Johannes Antoniua Perquin (1883-1947) was van 1912 tot aan zijn overlijden als chef kok in dienst van koningin Wilhelmina. Zijn integere levenshouding en goede smaak drukten een stempel op een lang vervlogen hofleven én op een Haags gezin, waarvan de kinderen zouden leren de handen uit de mouwen te steken. Zijn dochter van het hofje, vele jaren in het ontwikkelingswerk werkzaam geweest, verteld haar verhaal:

"Mijn zus wist er meer van", klinkt het bijna verontschuldigend. "Zij was wat wij noemden het 'vaderskind'. Een paar jaar geleden zijn we samen nog eens naar Het Loo geweest. Het was nog niet als museum geopend. We hebben die mooie stallen bekeken en alle oude plekjes op het terrein. Mijn zus had soms moeite met het vinden van de weg. 't Is allemaal zo veranderd, hè. In '84 is ze overleden."
"Uit verhalen die ik als kind hoorde, weet ik dat vader en moeder vóór de eerste Wereldoorlog op Het Loo woonden", zegt ze. "In 1914 verhuisden ze naar Den Haag. Vader moest in dienst, ook al bleef hij kok van de Koningin. Wat ik me uit mijn jongste jaren het best kan herinneren, is dat vader heel dikwijls naar Het Loo moest. Als de Koningin daar was, diende hij er ook te zijn. Dan stond mijn moeder alleen voor de opvoeding van zeven kinderen.
Wanneer vader naar Het Loo ging, was dat telkens voor drie weken. Vroeger kon je niet eventjes thuiskomen. Een auto had vrijwel niemand. Op maandagmorgen nam vader de vroegste trein. Wij werden allemaal wakker gemaakt om hem gedag te zeggen. Ik zie vader nog zitten aan zijn ontbijt, dat moeder voor hem had klaargemaakt. Hij vond het vreselijk om weg te gaan. Wij ook. Daarna braken er dagen aan waarop we met z'n allen rond de tafel zaten om hem te schrijven. 'Lieve papa, hoe gaat het met u? Met mij gaat het goed.' En dan: "Mama, wat moet ik nog meer schrijven?"
Ik zou niet weten hoe vader aan het hof is gekomen. Waarschijnlijk heeft hij gesolliciteerd. De vijftienjarige Perquin als veelbelovend koksmaatje. Een perfectionist in de dop Op vijftienjarige leeftijd was hij als koksmaatje begonnen (Op de foto: een perfectionist in de dop). In Duitsland en Frankrijk had hij het vak geleerd, waarna hij bij Hotel des Indes in dienst trad. Aan het hof klom hij in de loop der jaren op tot eerste hofmeester, de hoogste rang die hij in zijn vak kon bereiken. Boven hem stond de hofmaarschalk. Die was van adel. Dat waren de belangrijkste hoffunctionarissen altijd. Vader had graag willen studeren, maar zijn vader, een grote aannemer, vond dat niet nodig. 'Je gaat maar werken', luidde zijn parool.
Onze ouders hebben er bij ons – we waren met drie meisjes en vier jongens – altijd op aangedrongen dat we een vak zouden leren. Het maakte niet uit wat, als je jezelf maar kon bedruipen. Dat moest ook, want vader had wel een mooie baan, maar werd niet zo goed betaald. Als ik nog naga wat hij er allemaal voor moest doen ... Dat heen en weer reizen, al zijn kleren, die thuis werden gewassen en gestreken. Wat heb ik een koksmutsen staan strijken. Wij konden dat niet laten doen, aangezien elk dubbeltje telde. Ik heb er geen nare herinneringen aan hoor. Het ging heel plezierig.
De grote ellende voor ons, kinderen, was dat vader vrijwel constant op Het Loo zat. Als hij thuiskwam, was het feest. Dan nam hij ons mee uit en gingen we wandelen door Klein-Zwitserland, de Scheveningse bossen en waar al niet. Hij vertelde ook altijd leuke verhaaltjes.
De grootste verrassing vormde zijn koffer. Als die openging, kwam er voor allemaal iets leuks uit. In zijn vrije tijd op Het Loo zat hij speelgoed voor ons te maken. De hele buurt was jaloers op mijn schitterende poppenkamer. Mijn broertje had een draaimolen zoals op de hele wereld geen tweede bestond. Vader kon alles maken met zijn handen.
De maanden januari en februari stonden in het teken van de grote ontvangsten aan het Hof. De ambassadeurs kwamen hun opwachting maken, op paleis Noordeinde was een galabal. Een heel enkele keer mochten we even in de keuken van het paleis kijken. Daarbij moest je je vrijwel onzichtbaar maken. Vader was zelf heel bescheiden. Hij ging rustig zijn gang, deed zijn plicht. De grootste feesten zijn gehouden in de bruidsdagen van prinses Juliana. Maanden van voorbereiding gingen daaraan vooraf. Vader klapte nooit zoveel uit de keuken, maar we merkten wel dat koningin Wilhelmina alles voor haar dochter over had. Het beste kon niet goed genoeg zijn. De paté de foie gras moest ergens uit Zuid-Duitsland komen, de kaviaar uit Rusland. Er kwamen specialiteiten uit de Philippijnen,uit Zuid-Amerika. Het was een enorme organisatie voor vader, die erop moest toezien dat alles op tijd binnenkwam. Het mocht zeker niet te vroeg zijn, want de koelkasten van nu waren er nog niet.

Perquin in koninklijke dienst, dertig jaar lang        De bruidstaart van Juliana en Bernaerd, aangeboden door de Nederlandse Bakkersvereniging, arriveerde in gedeelten. Perquin zette ze op elkaar en zorgde voor de decoratie
Perquin in koninklijke dienst, dertig jaar lang. De, in gedeelten gearriveerde, bruidstaart van Juliana en Bernaerd, aangeboden door de Nederlandse Bakkersvereniging, zette hij op elkaar en zorgde voor de decoratie.

Zij wist waar alles stond.

Soms mocht ik naar de schotels komen kijken voordat ze werden opgediend. Prachtig. Vaders specialiteit was een kreeftenschotel. Ik heb vaak horen zeggen dat hij één van de besten was op zijn gebied. Het heette dat hij gouden handen had. Dat geloof ik ook wel, want het was een genot hem bezig te zien. Thuis kookte hij bijna nooit, behalve banketletters maken tegen Sinterklaas. Wij kregen allemaal onze eigen kleine letter. Vader werkte aan het Hof uitsluitend met eerste kwaliteit. Met minder nam koningin Wilhelmina ook geen genoegen.
Er wordt beweerd dat de Koningin niet zo'n culinaire interesse had. Het tegendeel is waar. Er stond wel eens hutspot of snert op het menu, maar ook daarvoor gold: eerste klas. Bij ons thuis was dat ook zo. Altijd roomboter op tafel. Voor moeder was dat vaak moeilijk. Alleen als vader weg was durfde ze wel eens appelen met een plekje eraan te kopen.
In de kerst- en nieuwjaars-tijd zaten we vaak alleen. Vader was op Het Loo. Op school leerden we: Het Loo is het zomerverblijf van de Koning! "Waar ze tot december blijft" zeiden wij er zachtjes achter aan.
Vader ging uiteraard ook mee op staatsbezoek. Naar Noorwegen bijvoorbeeld. Wij hoorden daarover eigenlijk nooit iets. Het was zo'n beetje een code dat daarover niet werd gepraat. Voor mij bracht hij slofjes van rendierhuid mee. Mijn moeder kreeg de mooiste dingen: een collier, een broche. Als moeder naar een verjaardag ging, zag zij er prachtig uit. Zij overleed in 1937, daarna ben ik thuis gebleven.
Van vader hoorden we dan nooit veel over het Hof, maar één verhaal heeft hij heel veel jaren later verteld. Juliana, nog een klein meisje, had beesten van klei gemaakt. Ze ging er mee naar de keuken en vroeg aan vader of ze die in de oven mocht bakken. Dat kon. Toen Juliana een poosje later met gouvernante terugkwam om het resultaat te bekijken, had vader de baksels net uit de oven gehaald. Ze waren nog gloeiend heet. Juliana wilde ze pakken maar vader gaf haar een tik op de vingers. Met schrik beseffend wat hij had gedaan maakte hij zijn excuses. "O nee, mijnheer", zei de gouvernante, "ik ben juist verschrikkelijk blij". Zij was natuurlijk verantwoordelijk hè. Stel je voor dat Prinses haar vingertjes had verbrand!
Vader moest altijd de menu's maken. Elke dag beschreef hij die kleine kaartjes met een kroontje erboven. De hofmaarschalk liet de menu suggestie aan de Koningin zien. Het gebeurde weinig dat zij er iets aan veranderde. Het was de trots van vader: hij wist wat de Koningin wilde. Het opmerkelijkst van al was wel dat koningin Wilhelmina in mijn vader een rooms-katholieke chef kok had. Wilhelmina en rooms-katholiek, een combinatie die vrijwel niet voorkwam.
Vader had niet alleen de naam zeer goed in vak te zijn, hij stond ook als uitermate betrouwbaar bekend. Er kwam eens een juffrouw van het hof bij ons thuis, die tegen mijn moeder zei: "Het is zo fijn dat we niets hoeven te vrezen als we eens een uitje hebben", In die kringen gebeurde er natuurlijk wel eens wat. Vader heeft nooit gewild dat één van zijn kinderen aan het Hof kwam.
Wat ik wél van mijn ouders heb meegekregen is dat je je leven in dienst van anderen behoort te stellen.
Een van de momenten die vader het diepst hebben getroffen, is het vertrek van de Koningin geweest op 13 mei 1940. Ik kan me nog heel goed herinneren hoe kapot die man was dat zij naar Engeland ging. Moeder was al overleden en van vader wisten we niet eens waar hij zat. De koninklijke familie trok maar heen en weer om de vijand op een dwaalspoor te brengen. Vader had grote achting voor 'zijn' Koningin. De 'verhuizing' naar Engeland wist hij lange tijd niet te verkroppen. Hij had het gevoel dat Wilhelmina hem en zijn mensen liet zitten. Pas later begreep hij het.
Wilhelmina was een vrouw naar vaders hart, omdat zij zo stipt was. Dat is voor een keukendepartement ook heel plezierig. Als Wilhelmina zei: 'Om één uur eten' werd er om één uur en niet kwart over een gegeten. Gedurende de mobilisatie vond de Koningin dat zij onder dezelfde omstandigheden moest leven als 'het volk'. Zij dacht dat dat gebeurde, maar in werkelijkheid werd er veel extra boter gebruikt.
Op het moment dat de oorlog begon, liep vader tegen de zestig. Ineens zat hij zonder werk, waardoor hij van zijn maagkwaal nog meer last kreeg dan hij al had. De Duitsers zeiden dat er in de Heimat werk genoeg was. Dat wilde hij niet. Thuis zaten we zonder geld. Later kwam er een soort regeling.
Het interieur van de keuken in paleis Noordeinde kan ik me nog voor de geest halen. Er hingen van die grote koperen pannen met tin van binnen. Wilhelmina wist precies waar alles stond. Ze keek ook regelmatig of alles er nog was. Vlak na het uitbreken van de oorlog wist vader nog wat potten en pannen weg te werken, zodat de Duitsers die niet te pakken kregen. In de jaren die volgden ondernam hij van alles om wat te verdienen.

Een van zijn meesterlijke menu's voor een gala diner
Een van zijn meesterlijke menu's voor een gala diner

Laatste vertrouwensman van de Koningin

Toen koningin Wilhelmina in '45 terugkwam, betrok zij een herenhuis aan de Parkweg. Ze wilde sober leven en nam alleen een juffrouw voor de huishouding aan. Het betekende opnieuw een klap voor mijn vader. Het was zijn stijl niet. Het ontluisterde 'zijn' Koningin. Ook de zuivering na de oorlog greep hem aan.
Van de hele hofhouding werd nagegaan of iemand lid van de NSB was geweest of verkeerde dingen had gedaan. En dan te bedenken dat vader de laatste vertrouwensman van de Koningin was voordat zij vertrok. Vanuit zijn kantoor aan de binnentuin van paleis Noordeinde had hij gezien dat er vanuit het hotel in de Molenstraat op prins Bernhard was geschoten. Een lakei, die later een NSB-er bleek te zijn, gaf daartoe een sein. Vader liep meteen naar buiten en sloeg die vent neer. Het is dus wel te begrijpen dat het Hof na de bevrijding een zuivering wilde, maar vader, die altijd zo loyaal was geweest, nam dat hoog op.
Terugkijkend op zoveel jaar geleden kan ik niet anders zeggen dan dat ik een boeiende jeugd heb gehad. Vader heeft me heel veel handigheidjes bijgebracht, die ik later in het ontwikkelingswerk uitstekend kon gebruiken. Behalve gouden handen had die man zo'n klasse, dat zelfs de nare dingen in de oorlog en daarna daaraan geen afbreuk konden doen. Vader was op 30 augustus jarig en de Koningin op 31 augustus. Op die dertigste had hij het altijd ontzettend druk en dus werd zijn eigen verjaardag een fiasco. Bescheiden als hij was kwam hem dat ook nog wel goed uit. Tijdens grote diners moest hij als eerste hofmeester in een speciaal kostuum leiding geven aan het gebeuren. Dat lopen in zo'n kostuum vond vader vreselijk. Hij liet meestal de tweede hofmeester in dat 'apepakkie' paraderen en bleef zelf achter de schermen in de keuken.
Na het huwelijk van prinses Juliana en prins Bernhard is hij een tijdje overspannen geweest. En dat was geen wonder. De feesten op paleis Noordeinde duurden tot in de nacht. Om twee uur kwam hij thuis en om vijf uur moest hij weer weg. Er waren, ik weet niet hoeveel, ontvangsten gepland. Vader had alles feilloos in z'n hoofd. Maar dan kwamen er ineens dingen tussendoor. Juliana en Bernhard zeiden tegen onverwachte gasten: 'Jullie blijven toch eten?' Dat moeten een prinses en een prins natuurlijk kunnen doen, maar op zo'n moment werd wel het uiterste gevraagd van vaders inprovisatie talent. Hij kon dan niet volstaan met een hapje, maar moest met een perfect diner ter tafel komen, vond hij."


naar top van pagina - to top of page

© Uit deze homepage mogen geen gegevens worden overgenomen voor commerciële doeleinden.



terug naar vorige pagina


>