't Wapen van Porquinsche geslacht

Keizer Karel V verleent op 4 mei 1553 adelbrieven aan de drie gebroeders Porquin en het hierna beschreven kenteken werd aan hen toegekend.

Het wapenschild van de gebroeders Porquin is goudkleurig, waarop een zwarte ever. Het schildhoofd, iets minder dan een derde deel van het schild, is in de kleur azuur met daarop in goud drie zespuntige sterren van gelijke grootte op gelijke afstand van elkaar.
In de wapensymboliek wordt de ever vergeleken met een onversaagde en tot de tanden toe bewapende soldaat, die door zijn dapperheid in de strijd de vijanden ridderlijk weet te weerstaan en niet van wijken weet. De sterren zijn een teken van edele gezindheid en geven ook roem aan.

De helm hoort bij een wapenschild en is hier een traliehelm. Door adellijke personen gebruikt was dit een uiting dat de familie de eretekens doormiddel van strijd had verdiend. Maar ook vrije personen bezaten het recht een helm te voeren samen met een schild.

Het helmteken is een "Hercules", voorzien van een knots. Hij is het zinnebeeld van de oerkracht, die de krans van de roem weet te bemachtigen, met als enig wapen een knots of een boomstronk.

De wrong is een stootkussen op de helm en zorgt dat de bevestiging van het helmteken op de helm gemaskeerd wordt. Het bestaat uit twee, in elkaar gedraaide doeken, met vijf of meer windingen in de kleur van het schildhoofd en het voornaamste metaal van het schild, hier dus in de kleuren azuur en goud.

De dekkleden zijn lobvormige, afhangende doeken, uitgaande van de helm. Op de wapenschilden omgeven zij het schild en zijn, evenals de wrong, als regel van binnen van het voornaamste metaal (hier goud) en van buiten van de voornaamste kleur (hier azuur).

De wapenspreuk ``LEEFT VROMELIJCK'' is geen zegenwens of vermaning, maar een devies. Het is geplaatst op een lint onder het schild.

---

Een beschrijving en het wapen van het geslacht Porquin uit:
"Armorial Général précédé d'un dictonnaire des termes du blason":

Porquin - Piemont, Belgique.

D'or à un sanglier passant au naturel; au chef d'azur, chargé de trois étoilles d'arg.

Cimier: Un sauvage issant de carnation, profil, levée tenant une massue, la senestre appuyée sur la hauge.